Inleiding
Deze paragraaf geeft op basis van een risico-inventarisatie en -simulatie inzicht in de financiële positie van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Uit de risicosimulatie blijkt dat het weerstandsvermogen van de gemeente over 2020 het oordeel 'Uitstekend' krijgt.
Risico's
De doelstellingen en ambities van de gemeente kunnen worden verstoord door risico’s. Een risico is een onzekere gebeurtenis die kan leiden tot het afwijken van de gestelde doelstellingen en eisen. Voorbeelden van risico's zijn financiële risico’s van projecten of het verloren gaan van onroerende en roerende zaken.
Alle risico's die de gemeente loopt, vormen gezamenlijk het risicoprofiel (zie volgende onderdeel) van de gemeente. Het is belangrijk dat de gemeenteraad bewust is van deze risico’s en hierop actief stuurt door maatregelen voor te bereiden en te nemen om de risico's te voorkomen of de gevolgen van risico's te beperken. Het doel van actief risicomanagement is te voorkomen dat elke financiële tegenvaller direct van invloed is op het lopende beleid en de exploitatie. Hierdoor komen de reguliere dienstverlening en ambities niet gelijk in het gedrang
De manier waarop de gemeente met risico's omgaat, is afhankelijk van zijn risicohouding. In de Nota weerstandsvermogen en risicomanagement is vastgesteld op welke wijze de gemeente Utrechtse Heuvelrug haar risico's wil beheersen. De gemeente kan op 4 maatregelen nemen om risico's te beheersen:
- voorkomen of vermijden van risico's (bijv. door activiteiten te staken of beleid te veranderen);
- verminderen of beperken van risico's (bijv. door preventieve of corrigerende maatregelen);
- overdragen van risico's (bijv. door verzekeren);
- accepteren.
Weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteitis de financiële omvang van onderkende risico’s nadat beheersmaatregelen zijn genomen (dit zijn niet afgedekte risico's ook wel het restrisico genoemd) en na berekening van de kans op voordoen en het financieel gevolg hiervan.
In hoeverre de gemeente in staat is de gevolgen van deze niet afgedekte risico’s op te vangen zonder dat het beleid of de uitvoering in gevaar komt, wordt uitgedrukt met het begrip beschikbare weerstandscapaciteit. Hieronder verstaan we de financiële middelen en mogelijkheden die de gemeente heeft om onverwachte, niet begrote kosten te kunnen dekken. De financiële middelen en mogelijkheden bestaan onder andere uit het vrij aanwendbare gedeelte van de algemene reserve, de onbenutte belastingcapaciteit en de post onvoorzien die in de begroting is opgenomen (zie Nota weerstandsvermogen en risicomanagement).
Weerstandsvermogen
De verhouding tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de benodigde weerstandscapaciteit wordt weerstandsvermogen genoemd en wordt uitgedrukt in een ratio. Hoe hoger deze verhouding, hoe beter de gemeente in staat is de niet-afgedekte risico's op te vangen zonder gevolgen voor beleid en doelstellingen.
Risicoprofiel
Voor de Begroting 2020 zijn de risico’s opnieuw geïnventariseerd, geactualiseerd, voorzien van beheersmaatregelen en gekwantificeerd. Het risicoprofiel van de gemeente is berekend aan de hand van in totaal 21 geïnventariseerde en gekwantificeerde financiële risico’s.
Hieronder is de top 10 met meest invloedrijke risico's opgenomen van het begrotingsjaar 2020. Er is een aantal risico's dat zich kan voordoen na 2020 en waarmee nog geen rekening is gehouden omdat het op dit moment te onduidelijk is welke (financiële) gevolgen deze risico's kunnen hebben:
- de invoering van de Omgevingswet met ingang van 2021 en het mogelijk wegvallen van leges-inkomsten;
- het overdragen van de taak beschermd wonen van de regiogemeente naar de gemeente.
Tabel: Top 10 grootste financiële risico's
Risico nummer | Risico | Gevolgen | Maatregelen | Kans | Max. Financieel gevolg | Invloed |
R358 | De algemene uitkering daalt waardoor we minder inkomsten hebben. | Financieel - lagere baten | In voorbereiding - Wij kunnen dit zelf niet direct beïnvloeden. Wel sluiten wij aan bij lobby's en laten wij ons vertegenwoordigen door partijen als de VNG | 50% | € 1.000.000 | 26.64% |
R354 | Stijging gebruik huishoudelijke hulp als gevolg van de invoering van het Wmo-abonnementstarief. | Financieel - Budget-overschrijding op Wmo als gevolg van de open einde regeling. | Geïmplementeerd - Ontwikkelingen / gebruik monitoren. Wanneer gebruik inderdaad zodanig stijgt, op termijn aanpassen van beleid. | 50% | € 780.000 | 10.48% |
R335 | Belastingdienst vordert BTW terug op sportvoorzieningen. | Financieel - Terug-vordering leidt tot hogere lasten voor taakveld sport / sportvoor-zieningen. | Suggestie - Inzetten van fiscale en juridische specialisten. | 30% | € 1.000.000 | 8.08% |
R353 | De kans bestaat dat de uitgaven voor de Wmo verder stijgen. | Financieel - Het gaat om een open einde regeling, waarbij de toegang ligt in maatwerk in de gesprekken tussen inwoners en consulenten dorpsteams. Daarbij worden de gevolgen zichtbaar van beperkingen in de toegang tot de Wet Langdurige zorg. | In voorbereiding - Voor de begroting 2020 stelden wij de budgetten bij op basis van een geactualiseerde prognose. Als gevolg van de negatieve bijstelling van deze prognose is de kans op stijging van de uitgaven verlaagd van € 1.000.000 naar € 500.000. | 50% | € 500.000 | 6.77% |
R352 | De kans bestaat dat de uitgaven voor de jeugdhulp nog verder stijgen. | Financieel - Het gaat om een open einde regeling, waarbij de toegang ligt in maatwerk in de gesprekken tussen inwoners en consulenten dorpsteams, huisartsen, jeugdartsen en kinderrechters. | Geïmplementeerd - Voor de begroting 2020 stelden wij de budgetten bij op basis van een geactualiseerde prognose. Als gevolg van de negatieve bijstelling van deze prognose is de kans op stijging van d e uitgaven verlaagd van € 1.000.000 naar € 500.000. | 50% | € 500.000 | 6.67% |
R344 | Stijging rentelasten als gevolg van de aantrekkende economie en/of beleid van de ECB. | Financieel - Hogere kapitaallasten door stijging rentelasten. | Geïmplementeerd - De looptijd en renteherziening van de totale leningportefeuille is gespreid in de tijd , waardoor het financieel effect zich ook gespreid in de tijd zal voordoen. | 50% | € 500.000 | 6.64% |
R356 | Ombuigingen niet (volledig) gerealiseerd | Financieel - Lager begrotings-saldo. | Geïmplementeerd - Vóór het inboeken van ombuigingsmaatregelen zijn deze getoetst op haalbaarheid en uitvoerbaarheid. De afspraken m.b.t. realisatie wordt gemonitord en periodiek gerapporteerd. | 80% | € 275.000 | 5.88% |
R44 | Verstrekte Gemeentegaranties aan lokale instellingen met maatschappelijk doel. | Financieel - Gemeente wordt aangesproken om invulling te geven aan de afgegeven garantiestelling. | Suggestie - Periodiek bewaken of instellingen voldoen aan hun rente en aflossingsverplichting. Doornemen jaarstukken instellingen. | 30% | € 600.000 | 4.80% |
R345 | Door de invoering van de nieuwe wetgeving rond voogdijkinderen, waarbij het woonplaatsbeginsel leidend is, kunnen tekorten ontstaan na 1 januari 2021. | Financieel - Budget-overschrijding op jeugdhulp a.g.v. de openeinde-regeling waardoor we niet langer de gevraagde jeugdhulp op het gewenste niveau kunnen bieden.. Dit geeft ook een risico op imagoschade. | Geïmplementeerd - Bij het Ministerie gepleit voor een overgangsregeling waarbij deze zorg eerst centraal wordt bekostigd ; Suggestie - Landelijke ontwikkeling en implementatie volgen en indien nodig aanhaken op regionaal niveau om meer data te genereren. ; In voorbereiding - Maatregel 2. Landelijke ontwikkeling en implementatie volgen en indien nodig aanhaken op regionaal niveau om meer data te genereren. | 20% | € 750.000 | 4.76% |
R355 | Claim wederpartij i.v.m. afwikkeling infra project. | Financieel - Extra kosten. | 30% | € 450.000 | 3.59% | |
Totaal top 10 risico's | € 6.355.000 | |||||
Totaal overige risico's | € 1.907.000 | |||||
Totaal risicoprofiel | € 8.262.000 |
Ontwikkelingen
Het maximale financiële gevolg van de tien grootste risico's is € 6,4 miljoen. Voor de overige risico's is het financiële gevolg € 1,9 miljoen. Het totale maximale financiële gevolg van alle risico's bedraagt per 14 augustus 2019 afgerond € 8,3 miljoen.
Per saldo betekent dit een risico-afname van € 2,5 miljoen ten opzichte van de laatste actualisatie bij
de jaarrekening 2018, toen het totaalbedrag van de geïnventariseerde risico's € 10,8 miljoen bedroeg.
Toelichting top 10 grootste financiële risico's
De volgende risico's zijn nieuw (4) of toegenomen (0) in de top 10:
- (R358) Algemene uitkering Gemeentefonds (nieuw): de onvoorspelbaarheid van de hoogte en volatiliteit van deze uitkering door onder andere de trap-op-trap-af systematiek in de huidige economische hoogconjunctuur.
- (R356) Ombuigingen (nieuw): om te komen tot een sluitende begroting, onder andere als gevolg van hogere uitgaven voor jeugdzorg en Wmo, is een pakket ombuigingen vastgesteld waarvan zowel de realisatie in de tijd als het volume niet volledig zeker zijn en dus een risico vormen. Bij vaststelling van de Kadernota is besloten hiervoor geen aparte reserve te vormen.
- (R345) Nieuwe wetgeving voogdijkinderen (nieuw): de invoering van het woonplaatsbeginsel kan leiden tot hogere kosten dan waarmee in de begroting rekening is gehouden.
- (R355) Juridische claim (nieuw): in de afwikkeling van een project is de mogelijkheid aanwezig dat de wederpartij de gemeente juridische aansprakelijk stelt. Dit kan leiden tot kosten van juridische bijstand en/of een vergoeding.
De volgende risico's zijn onveranderd (2):
- (R354) Verdere stijging gebruik huishoudelijke hulp Wmo.
- (R344) Stijging rentelasten als gevolg van economische hoogconjunctuur en/of beleid van de ECB.
De volgende risico's zijn verdwenen uit de top 10 van 2018 (4), maar maken nog steeds deel uit van het risicoprofiel van de gemeente :
- Aanbestedingen schoolgebouwen boven normbedragen: wij bouwen schoolgebouwen niet zelf en laten een derde partijen deze bouwen. Het risico dat investeringskredieten worden overschreden is daarmee kleiner geworden.
- Ruimte onder BTW- compensatiefonds lager dan verwacht (verdwenen en niet meer relevant): hiermee is in de begroting rekening gehouden.
- Bouwkosten Stationsgebied Driebergen-Zeist hoger dan begroot (afgenomen en verdwenen uit top 10): risico bestaat nog maar is afgenomen doordat de realisatie in een nieuwe fase verkeerd met minder kans over overschrijdingen.
- meer schade aan infrastructuur door klimaatverandering (afgenomen en verdwenen uit top 10): risico is opnieuw getaxeerd o.b.v. ervaringsgegevens.
De volgende risico's uit de top 10 zijn afgenomen (4) door herwaardering van de risico's:
- (R335) BTW-vordering sportaccommodaties
- (353) Uitgaven Wmo
- (R352) Uitgaven Jeugdzorg
- (R44) Gemeentegaranties
Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is lager dan het maximaal bedrag van alle geïnventariseerde risico's van het risicoprofiel, omdat het aannemelijk is dat risico's niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden.
De benodigde weerstandscapaciteit wordt berekend aan de hand van een statistische methode, de ‘Monte Carlo simulatie’. Wij hanteren hierbij het algemeen geaccepteerde zekerheidspercentage van 90%. Dit betekent dat het 90% zeker is dat alle onderkende risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 2.887.296. Dit is de benodigde weerstandscapaciteit.
Berekening beschikbare weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserve, de onbenutte belastingcapaciteit en de stelpost onvoorziene uitgaven.
Tabel 2: Berekening beschikbare weerstandscapaciteit (Bedragen x € 1.000)
Omschrijving | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 |
Algemene reserve (vrij aanwendbaar) | 15.068 | 14.232 | 12.061 |
Onvoorziene uitgaven | 123 | 123 | 124 |
Onbenutte belastingcapaciteit | 6.405 | 5.916 | 5.437 |
Totale weerstandscapaciteit | 21.596 | 20.271 | 17.622 |
De afname van de algemene reserve en de onbenutte belastingcapaciteit zorgen voor een lagere weerstandscapaciteit.
Eind 2018 was het saldo van de algemene reserve € 13,1 miljoen. Dit saldo daalt door de begrote eenmalige onttrekking van het negatieve saldo van de primitieve begroting 2019 van € 1,2 miljoen. De aanpassing van de OZB-tarieven leiden tot een lagere onbenutte belastingcapaciteit.
Beoordeling van het weerstandsvermogen
Om te bepalen of het huidige weerstandsvermogen toereikend is, wordt de benodigde weerstandscapaciteit (die uit de risicosimulatie voortvloeit) afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van deze berekening vormt het weerstandsvermogen en wordt uitgedrukt in een ratio. Daarbij geldt: hoe hoger de ratio, hoe groter het vermogen om weerstand te bieden aan de financiële gevolgen van optredende risico’s.
Voor de beoordeling van de ratio wordt een norm gehanteerd die door bureau Naris in samenwerking met de Universiteit Twente is ontwikkeld. Deze norm wordt landelijk veel toegepast bij gemeenten.
Tabel 3: Weerstandsnorm
Waarderingscijfer | Ratio | Betekenis |
A | > 2.0 | Uitstekend |
B | 1.4-2.0 | Ruim voldoende |
C | 1.0-1.4 | Voldoende |
D | 0.8-1.0 | Matig |
E | 0.6-0.8 | Onvoldoende |
F | <0.6 | Ruim voldoende |
Voor de begroting 2020 is de ratio voor het weerstandsvermogen 6,10.
Berekening:
Ratio weerstandsvermogen = | Beschikbare weerstandscapaciteit | = | € 17.622.000 | = 6,10 |
Benodigde weerstandscapaciteit | € 2.887.000 |
Op basis van de landelijke norm kwantificeren we het weerstandsvermogen als 'Uitstekend'.
De ontwikkeling van het weerstandsvermogen is als volgt:
Tabel 4: Berekening ratio weerstandsvermogen: (bedragen x € 1.000)
Omschrijving | Werkelijk 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 |
Beschikbare weerstandscapaciteit | 19.542 | 20.271 | 17.622 |
Benodigde weerstandscapaciteit | 3.587 | 2.367 | 2.887 |
Ratio weerstandsvermogen | 5,45 | 9,12 | 6,10 |
De meest recente berekening van de ratio weerstandsvermogen was bij de jaarrekening 2018 (5,45).
De toename van de ratio bij de begroting 2020 is de resultante van een lagere beschikbare weerstandscapaciteit ( a.g.v. afname algemene reserve en onbenutte belastingcapaciteit) en een lagere benodigde weerstandscapaciteit (op basis van het geactualiseerde risicoprofiel).
Financiële kengetallen
In artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten is bepaald dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing van de begroting en het jaarverslag financiële kengetallen worden opgenomen voor:
De netto schuldquote, de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen, de solvabiliteitsratio, de structurele exploitatieruimte, de grondexploitatie en de belastingcapaciteit. De definities zijn landelijk vastgelegd.
Deze kengetallen geven inzicht in de financiële positie van de gemeente op basis van de balans.
Kengetallen | Jaarrekening 2018 | Begroting | Begroting 2020 | Begroting 2021 | Begroting 2022 | Begroting 2023 |
netto schuldquote | 133,3% | 144,2% | 130,2% | 123,5% | 127,7% | 128,2% |
netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen | 128,6% | 132,5% | 126,0% | 122,8% | 126,9% | 127,4% |
solvabiliteitsratio | 7,2% | 8,1% | 7,5% | 9,3% | 9,4% | 9,8% |
structurele exploitatieruimte | -3.3% | -0,5% | 0,6% | 0,6% | 0,1% | 0,8% |
grondexploitatie | 6,8% | 0,3% | 4,5% | 0,0% | 0,0% | 0,0% |
belastingcapaciteit | 120,6% | 123,5% | 136,0% | 136,0% | 136,0% | 136,0% |
De netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de totale schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie van de mate waarin de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Een laag percentage is gunstig. De VNG heeft bij de netto schuldquote aangegeven dat de grens van 100% aangeeft of er sprake is van een gezonde financiële balans en dat er tussen de 100% en 130% sprake is van een risico. De VNG adviseert om 130% als maximum te hanteren en daarboven de schuld af te bouwen. Daarbij is aangegeven dat deze percentages niet hard zijn, omdat het met name om het verhaal achter de cijfers gaat.
Hoewel de netto schuldquote nog steeds hoog is, is deze ten opzichte van de begroting 2019 verbeterd (begroting 2019, jaarschijf 2020: 165%). Dit wordt veroorzaakt door:
- Een lagere nettoschuld door bezuinigingen, verkoop activa en gronden en minder investeren.
- Hogere baten door meer inkomsten uit de OZB, verkoop panden en gronden en resultaat grondexploitaties.
De netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Omdat er bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal terug worden betaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal, zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden, te berekenen. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en ook wat dat betekent voor de schuldenlast.
De wijze waarop de netto schuldquote gecorrigeerd voor de doorgeleende gelden wordt berekend, is gelijk aan de netto schuldquote, met dien verstande dat bij de financiële activa ook alle verstrekte leningen worden opgenomen.
In de onderstaande tabel is zichtbaar gemaakt wat de waardes zijn voor dit kengetal. Deze liggen in 2020 iets lager dan de reguliere nettoschuldquote, doordat 4,8 miljoen euro aan leningen is uitgezet. In 2021 wordt een groot deel afgelost, waardoor vanaf 21 deze quotes dicht bij elkaar liggen.
De solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin wij in staat zijn om aan onze financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. Het eigen vermogen van een gemeente bestaat volgens artikel 42 van het BBV uit de reserves (zowel de algemene reserve als de bestemmingsreserves) en het resultaat uit het overzicht van baten en lasten. De VNG heeft hier als gezonde norm een percentage van 20% genoemd.
In de onderstaande tabel is zichtbaar gemaakt wat de waardes zijn voor dit kengetal. Deze maakt zichtbaar dat de solvabiliteit licht verbetert, maar zwak blijft.
De grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten.
De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop.
Het is dus belangrijk om te kunnen beoordelen of er een reële verwachting is dat een grondexploitatie kan bijdragen aan de verlaging van de schuld. Staat de grond tegen een te hoge waarde op de balans dan moet die worden afgewaardeerd en dat leidt tot een lager eigen vermogen en dus een lagere solvabiliteitsratio.
In de onderstaande tabel is zichtbaar gemaakt wat de waardes zijn voor dit kengetal. Dit maakt zichtbaar dat de risico's die wij lopen in de grondexploitaties ten opzichte van de totale baten relatief gunstig is. Doordat de huidige grondexploitaties in 2020 aflopen, is de waarde vanaf 2021 0%.
De structurele exploitatieruimte
Dit kengetal is van belang voor de beoordeling van de structurele ruimte die een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is.
Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van de structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves te delen door de totale baten. De uitkomst wordt uitgedrukt in een percentage.
De jaarrekening 2018 sloot met een tekort en de begroting 2019 had een negatief begrotingssaldo. Vanaf de begroting 2020, is in lijn met uw amendement Uitgangspunten Kadernota 2020-2023 ruimte een overschot gerealiseerd in het financieel meerjarenperspectief. Dit resulteert in een positieve ontwikkeling op deze ratio. Tegelijkertijd is deze beperkt in relatie tot de risico's (bijvoorbeeld de open einde regelingen).
De belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Dit is dus een geheel andere definitie dan het begrip onbenutte belastingcapaciteit zoals dat in de paragraaf Lokale heffingen staan en zijn daarmee niet vergelijkbaar
De definitie van het kengetal belastingcapaciteit is:
Woonlasten van een meerpersoonshuishouden in het begrotingsjaar ten opzichte van het landelijk gemiddelde in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar, uitgedrukt in een percentage. De ruimte die een gemeente heeft om zijn belastingen te verhogen, wordt vaak gerelateerd aan de totale woonlasten. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en afvalstoffenheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente.
Voor een verdere toelichting op het onderdeel belastingcapaciteit verwijzen we naar de paragraaf lokale heffingen en de onderstaande beoordeling.
Beoordeling kengetallen in relatie tot de financiële positie
Voor een duiding van de financiële positie moeten de financiële kengetallen in onderlinge samenhang en binnen de specifieke context van de gemeente worden bezien.
Als we zowel de netto schuldquote als de solvabiliteit beoordelen ten opzichte van de normering die de VNG af heeft gegeven dan kunnen we stellen dat sprake is van een zorgelijke financiële situatie. Er zijn tevens weinig mogelijkheden om leningen af te lossen door bijvoorbeeld het verkopen van gronden en gebouwen. Zolang de rente gedragen kan worden binnen de meerjarenbegroting is er nog niet direct een reden voor paniek. Wel is er sprake van een kwetsbaarheid (renterisico) en is de opgave daarom om de schulden de komende jaren te verminderen.
De ratio voor de grondexploitatie laat zien dat we op dit moment in beperkte mate financiële risico’s lopen bij de grondexploitaties. Waar nodig zijn voor voorziene exploitatietekorten voorzieningen getroffen. De VNG noemt een signaleringswaarde van 10% waarboven de grondexploitaties als kwetsbaar worden gezien.
Aan de ratio structurele exploitatieruimte is te zien dat onze flexibiliteit om structurele tegenvallers op te vangen stijgt, maar zeer beperkt is in relatie tot risico's (bijvoorbeeld open einde regelingen).
De gepresenteerde ratio bij belastingcapaciteit geeft aan dat de woonlasten van een meerpersoonshuishouden in onze gemeente hoger liggen dan het landelijk gemiddelde. Dit komt vooral doordat de rioolheffing hoger is dan gemiddeld. Dit laatste wordt vooral veroorzaakt door ons relatief grote buitengebied (veel kilometers riool) en daardoor onze lage woondichtheid. Dit kengetal geeft een beperkt beeld, omdat we zien dat de onbenutte belastingcapaciteit (in de onroerende zaak belasting) in onze gemeente een omvang van ruim € 5,4 miljoen heeft.