Begroting 2020-2023

Onderhoud Kapitaalgoederen

Inleiding

Algemeen
Volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) is het verplicht het beleidskader voor onderhoud van kapitaalgoederen en de financiële consequenties in de begroting en jaarrekening op te nemen. Dat is in deze paragraaf uitgewerkt.

Onze gemeente heeft een oppervlakte van 13.140 hectare, waarvan 12.949 hectare land en 191 hectare oppervlakte binnenwater. Het grootste deel van de gemeente is particulier grondbezit. Een klein gedeelte is in eigendom en/of beheer bij de gemeente. Het grootste deel hiervan is openbare ruimte. De openbare ruimte bevat verschillende soorten kapitaalgoederen, zoals wegen, riolering, groen en openbare gebouwen.

Kapitaalgoederen vertegenwoordigen, gedurende de periode dat ze van nut zijn, een waarde voor onze gemeente. Die waarde bewaken we door onderhoud te verrichten. Het reguliere onderhoud komt ten laste van de exploitatie. Zolang we het onderhoud op peil houden, blijven de voorzieningen voor de inwoners en andere gebruikers op niveau en voorkomen we kapitaalvernietiging. We voldoen dan aan onze wettelijke zorgplicht. Het gewenste onderhoudsniveau moet altijd worden bezien in relatie tot de kosten. Als we als gemeente beschikken over helder beleid en actuele beheerplannen kunnen we risico’s in de hand houden.

Het nut van kapitaalgoederen strekt zich over meerdere jaren uit. Volgens beleid worden de kosten niet in het jaar van aanschaf verantwoord, maar geactiveerd en over meerdere jaren afgeschreven. Waardering vindt plaats op basis van historische kostprijs. Op gronden en terreinen wordt niet afgeschreven. Uitgaven lager dan € 10.000,- komen rechtstreeks ten laste van de exploitatie. Voor de bepaling van de afschrijvingstermijnen wordt de economische levensduur als toekomstige gebruiksduur aangehouden. Daadwerkelijke vervanging vindt meestal plaats als de technische levensduur is verstreken.

Als openbare ruimte vervangen moet worden, worden er middelen opgenomen in het Meerjareninvesteringsplan. De rente en afschrijving wordt als kapitaallast opgenomen in de exploitatiebegroting. Om efficiënter om te gaan met de kapitaallasten, en beter inzicht te geven in de investeringen, wordt minimaal eenmaal per jaar het Meerjareninvesteringsplan herijkt. De inhoud van het plan is grotendeels gebaseerd op het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP). De beschikbare ambtelijke capaciteit bepaalt grotendeels het investeringstempo. We hanteren een sober basisniveau qua onderhoud en richten ons op onveilige situaties en schades voorkomen. Voor bewoners betekent dit sobere niveau dat er meer overlast kan zijn. Voor ons als gemeente brengt mogelijk achterstallig onderhoud het risico van een toenemend aantal meldingen en schadeclaims. De stijgende onderhoudskosten houden wij in de hand door te werken volgens de principes van het risicogestuurd beheer.

ga terug