Begroting 2020-2023

11. Openbare Ruimte en Milieu

Wat zijn de ontwikkelingen?

Energietransitie: Klimaatwet en Klimaatakkoord
Het doel dat nagenoeg alle landen in Parijs hebben afgesproken is om de opwarming van de aarde tot
2 graden te beperken en te streven naar maximaal 1,5 graden opwarming. In het verlengde hiervan stelt Nederland zich ten doel te komen tot een vermindering van de CO₂-uitstoot van ten minste 49% in 2030 ten opzicht van 1990 en een vermindering van de CO₂-uitstoot van tenminste 80-95% in 2050. Deze doelen liggen vast in de Klimaatwet (2019). Hoe we deze doelen gaan behalen, staat in het Nationaal Klimaatakkoord (2019).
Het Rijk, decentrale overheden, het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties hebben dit samen opgesteld.

Voor de gemeente betekent dit:

  • In U16-verband werken we aan een Regionale Energiestrategie (RES). De RES-regio U16 bestaat uit 16 gemeenten, 4 waterschappen en de provincie Utrecht. De RES bevat regionale afspraken over de opwek van duurzame elektriciteit en warmte. De regio moet juni 2020 een conceptbod doen welk deel van de landelijke opgaven van 42 TWh (35 TWh op land en 7 TWh op daken) op land de regio voor haar rekening neemt. Begin 2021 moet de regio een definitief bod doen. De ambitie is dat 50% van de duurzame energie in eigendom komt van de lokale omgeving. Inzet is ook in te zetten op energiebesparing en meer zon op daken. De RES wordt ruimtelijk vertaald in de Omgevingsvisie en vervolgens in Omgevingsplannen. In lijn met het proces van de RES worden in 2020 de zoekgebieden bepaald voor de realisatie van locaties voor de opwek van duurzame  energie.. Participatie is belangrijk hierbij. Samen met de gemeente Houten zijn we in de regio U16 trekker van de bestuurstafel Klimaatneutrale Regio.

  • De gemeente gaat regie voeren op de transitie naar een aardgasvrije gebouwde omgeving.
    De gemeente moet in 2021 een transitievisie warmte hebben vastgesteld. Hierin staat welke wijk wanneer van het aardgas af gaat en wat de mogelijke alternatieven worden. Voor wijken waarvan de transitie voor 2030 is gepland, brengen we ook de potentiële alternatieve energie-infrastructuren in beeld. Deze visie stellen we op in samenspraak met stakeholders.

  • Daarnaast is er sprake van een groot aantal lokale activiteiten die in 2020 worden voortgezet, waarbij steeds het betrekken van de samenleving en het ondersteunen van initiatieven belangrijke aspecten zijn. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om het begeleiden van postcoderoosprojecten, het verduurzamen van vastgoed, het stimuleren van realisatie van opwek door zonnepanelen, het werken met energie ambassadeurs etc.


Klimaatadaptatie
Sinds 2018 geldt het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Deze heeft als doel dat Nederland in 2050 zo goed mogelijk klimaatbestendig en waterrobuust is ingericht voor wateroverlast, droogte, hitte en overstromingen. Om dat te bereiken is als tussendoel in de deltabeslissing opgenomen dat ruimtelijke adaptatie uiterlijk in 2020 onderdeel is van het beleid en handelen van de overheden.

Om dit te bereiken hebben we samen met de regio een klimaatstresstest uitgevoerd. Hierbij brengen we onze kwetsbaarheid voor wateroverlast, verdroging, hitte en waterveiligheid in beeld. Op basis hiervan  stellen we samen een Regionale Adaptatie Strategie (RAS) op. Lokaal wordt deze samen met de inwoners uitgewerkt tot een gemeentelijke adaptatiestrategie.

Overdracht bodemtaken
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet (1 januari 2021) worden alle gemeenten bevoegd gezag voor de bodem. De taken en bevoegdheden voor bodemkwaliteit en saneringsprojecten draagt de provincie over naar de gemeente. Hiermee verschuiven ook de kosten van de provincie naar de gemeente.

Afvalinzameling en –verwerking

  • De forse verhoging van de belasting op afvalverbranding heeft grote impact op de totale kosten van afval. De verhoging is in 2019 al ingevoerd, maar voor 2020 verwachten een verdere toename. Dit is een extra stimulans om verder in te zetten op afvalscheiding en restafval zo veel mogelijk beperken.
  • De onderhandelingen tussen het Afvalfonds en de VNG rondom de inzameling en verwerking van verpakkingen zijn vlot getrokken. Wij verwachten binnenkort de definitieve afspraken over de voorwaarden en vergoedingen te ontvangen, waarmee de onzekerheid van de afgelopen jaren hopelijk ten einde komt. Het ziet er naar uit dat de vergoedingen lager zijn dan waar in onze meerjarenbegroting mee rekening is gehouden.
  • Ook in 2020 houden wij rekening met verder stijgende verwerkingskosten. Wel zien wij hoopvolle ontwikkelingen op het gebied van toepassingsmogelijkheden van gerecycled materiaal enerzijds en verscherpte regelgeving m.b.t. circulariteit anderzijds. Mogelijk leidt dit op termijn naar meer vraag naar gerecycled materiaal. Dit heeft een gunstig effect op de kosten.


Resultaten
We werken aan het bevorderen van circulariteit door de hoeveelheid restafval verder terug te dringen en afvalscheiding te bevorderen. In 2020 nemen we een beslissing over het al dan niet invoeren van een financiële prikkel om dit te helpen bereiken. Ook voor de optimalisatie van de milieustraat wordt een maatregelenpakket voorbereid om in 2020 en 2021 uit te voeren.
Speciale aandacht heeft ons (verzamel)containerbestand, enerzijds om de afvalscheiding in de hoogbouw te faciliteren en anderzijds om het totale bestand aan te passen aan de gewijzigde eisen en wensen. De ontwikkelingen in de afvalbranche volgen elkaar in rap tempo op. Dit betekent dat we ook in 2020 de verwerking van de gescheiden afvalstromen verder optimaliseren door waar mogelijk in te spelen op hoogwaardiger hergebruik van grondstoffen, meer social return en kostenbeperking.

Onderhoud openbare ruimte
In 2019 is gestart met het inzichtelijk maken van de totale beheeropgave in combinatie met de financiële middelen en benodigde capaciteit voor onderhoud en vervanging. Daarnaast zijn risico's in beeld gebracht. De beheerplannen laten op vele producten behoorlijke tekorten zien. De verschillende bezuinigingen vanuit 2012 worden nu zichtbaar.  In de praktijk lopen we aan tegen de ondergrens van beheer. Gaten in wegen kunnen niet meer (structureel) worden opgelost, zieke en dode bomen kunnen nog wel gekapt worden maar niet meer vervangen. De beheerplannen maken gestructureerd inzichtelijk welke financiële consequenties er zijn voor onderhoud en vervanging. In de huidige situatie is een groot areaal met weinig investeringen er wordt een forse toename van vervangingen verwacht waardoor de kapitaalslasten jaarlijks stijgen. Daarnaast worden eenmalige achterstanden in beeld gebracht. Afhankelijk van besluitvorming door de raad wordt vanaf 2022 mogelijkerwijs een nieuwe beheerstrategie ingevoerd, waardoor ons tekort minder groot zou kunnen uitvallen.
·   Het uitvoeringsprogramma van het Gemeentelijk Rioleringsplan wordt geactualiseerd. Dit resulteert in een aanpassing van het investeringsprogramma. We gaan er vanuit dat dit geen effecten heeft voor de hoogte van de rioolheffing.
·   We hebben te maken met stijgende kosten door zwaardere stormschade, het bestrijden van invasieve soorten (o.a. Japanse Duizendknoop en Eikenprocessierups), extreme droogte en diverse boomziekten (o.a. Essentaksterfte).
·   De vervanging van de openbare verlichting wordt in 2020 opnieuw aanbesteed.
·   We werken het meerjarenvervangingsplan bomen verder uit.
·   Er volgt een herziening van de AVOI 2014 (Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren).
·   Het plan is verder op een nota Kapitaalsgoederen en een Kadernota Openbare Ruimte op te stellen en in combinatie hiermee de LIOR (Leidraad Inrichtingen Openbare Ruimte) te actualiseren

Begraafplaatsen
Conform de Toekomstvisie gemeentelijke begraafplaatsen onderzoeken we de mogelijkheden om het beheer van de aula's in Maarn en Driebergen af te stoten.
Vanwege een toekomstig tekort aan natuurgraven op de Nieuwe Algemene Begraafplaats in Doorn, onderzoeken we de mogelijkheid van een uitbreiding van het natuurbegraven in het aangrenzende bosperceel. De huidige natuurwaarden en aanwezigheid van een grafheuvel in het bosperceel zijn bepalend voor de haalbaarheid van de toekomstige uitbreiding.

Lasten & baten

Bedragen x € 1.000

Lasten

€ 20.592

17,9 %

Baten

€ 15.836

13,7 %

ga terug