Begroting 2020-2023

07. Onderwijs(huisvesting), Jeugdbeleid en Kinderopvang

Wat mag het kosten?

(bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Jaarrek. 2018

Begroting 2019

Begroting 2020

Begroting 2021

Begroting 2022

Begroting 2023

Maatschappelijk vastgoed (prg 7)

-39

V

-65

V

-68

V

-81

V

-83

V

Alg. Voorzieningen Jeugd (prg 7)

1.254

N

1.299

N

1.247

N

1.231

N

1.231

N

Onderwijshuisvesting

2.896

N

2.799

N

2.882

N

2.972

N

2.890

N

Recr. voorz en evenementen (prg 7)

106

N

106

N

99

N

83

N

83

N

Alg. voorz Sociale dorpsteams (prg 7)

211

N

215

N

215

N

215

N

215

N

Resultaat

4.353

N

4.428

N

4.354

N

4.376

N

4.420

N

4.336

N

*I.v.m. nieuw productenstructuur per 2019 kunnen alleen de totalen worden weergegeven

Toelichting verschillen 2020 t.o.v 2019

Bedrag
Voordeel / Nadeel
(V/N)

Incidenteel / Structureel (I/S)

Maatschappelijk vastgoed
Verschil wordt hoofdzakelijk (€ 24.000) verklaard doordat de afschrijvingstermijn van het tijdelijk kinderdagverblijf aan de Buursteeg in Maarn is komen te vervallen.

26  V

S

Algemene voorzieningen jeugd
Dit nadeel wordt vooral veroorzaakt door een autonome stijging van de vraag naar leerlingenvervoer (€ 30.000 structureel) en door de toegepaste indexering (€ 17.000 structureel).
De overige afwijkingen zijn per saldo € 2.000 voordelig.

45  N

S

Onderwijshuisvesting
Het voordeel van € 97.000 wordt voor een belangrijk deel (€ 64.000) veroorzaakt door een verschuiving van personeelslasten naar andere kostenplaatsen.
Daarnaast is een voordeel van € 29.000 structureel door een afname van kapitaallasten op de schoolgebouwen. Dit heeft te maken met de steeds lager geworden rente waartegen kan worden geleend.

97  V

S

Overige kleine afwijkingen

4 N

S